10 mythes over elektrisch rijden ontkracht
Audi België Technology
10 mythes over elektrisch rijden ontkracht

10 mythes over elektrisch rijden ontkracht

Overweegt u om ooit elektrisch te gaan rijden? Nee? Dan is het misschien tijd om een paar vooroordelen uit de weg te ruimen. Want die zijn alomtegenwoordig … en heel vaak kloppen ze niet. Hoe zit het nu echt: zijn elektrische wagens gevaarlijk voor voetgangers? En raakt u er wel mee op uw vakantiebestemming? We zetten de 10 meest voorkomende mythes voor u op een rij.

Leestijd: 6 min

10 mythes over elektrisch rijden ontkracht

1. “Met de elektrische wagen op reis? Vergeet het maar!”

Elektrisch rijden alleen maar geschikt voor korte ritten? Nee hoor: met de nieuwste elektrische wagens zoals de Audi e-tron GT en Audi Q4 e-tron haalt u tot 450 km, afhankelijk van de rijomstandigheden.

Toch een langere rit voor de boeg? Met Audi charging hebt u toegang tot een van de grootste netwerken met meer dan 500.000 openbare laadpunten in 27 Europese landen. En er komen altijd (snel)laadpunten bij, waardoor u een laadstop makkelijk kunt koppelen aan een voorziene toilet- of rustpauze, of een winkelmoment.

Toegegeven: het vergt een béétje meer vooruit plannen. Maar ook die taak neemt de Audi e-tron routeplanner gedeeltelijk van u over: die berekent voor u de snelste route, opladen inbegrepen.

Last but not least: ook uw rijstijl speelt een rol. Door goed te anticiperen beperkt u al heel wat energieverlies. En met een paar slimme ingrepen kunt u onderweg zelfs energie recuperen …

2. “De batterij opladen duurt te lang”

Helemaal niet: aan heel wat snellaadstations kan u de batterij van uw wagen al in ongeveer 20 minuten voor 80% weer opladen. Geef toe: de ideale rustpauze om even de benen te strekken en een koffietje te drinken, toch?

Laadt u thuis of op het werk op, dan speelt de laadtijd minder een rol. Audi heeft verschillende oplossingen in het aanbod waarmee u thuis uw wagen aan 11 kW per uur kunt herladen. Daarmee hebt u ongeveer 8,5 uur nodig om uw batterij vol te laden. Steekt u de stekker bijvoorbeeld thuis na uw werkdag of ’s ochtends als u op kantoor aankomt in het stopcontact? Dan is uw wagen alweer opgeladen tegen uw volgende rit.

3. “Als we allemaal elektrisch gaan rijden, krijgen we blackouts”

U ziet het al voor u: u steekt uw elektrische wagen in het stopcontact en plots valt de hele straat zonder elektriciteit. Gelukkig is die vrees ongegrond. Dankzij slimme laadsystemen wordt het beschikbare vermogen namelijk verdeeld, of zullen wagens bijvoorbeeld enkel laden wanneer de vraag naar elektriciteit op het net laag is (netgeoptimaliseerd opladen).

Audi zette in Duitsland al testscenario’s op om overbelasting in het lokale elektriciteitsnet te simuleren en deed daarbij een beroep op het systeem van netgeoptimaliseerd opladen. De resultaten waren positief.

En dan liggen er op middellange termijn ook nog talrijke nieuwe mogelijkheden in het verschiet voor intelligent opladen. Denk bijvoorbeeld aan het ingeven van limieten bij opladen thuis en op het werk, maar ook aan tweerichtingslaadtechnologie. Daarbij dient de wagen zelf als opslagapparaat voor hernieuwbare energie, bijvoorbeeld van uw eigen zonnepanelen.

4. “Straks staan we allemaal aan te schuiven voor een beschikbare laadpaal”

Zo’n vaart zal het niet lopen. Momenteel rijden er volgens de Bond Beter Leefmilieu zo’n 12 elektrische wagens rond in België per publiek laadpunt. Niet slecht, zeker als je weet dat een deel daarvan hybride wagens zijn, die meestal thuis worden opgeladen.

Voor ongeveer 10.000 publieke laadpunten (bron: AVERE) zijn er zo’n 23.000 volledig elektrische wagens. Dat zijn er dus maar een tweetal per laadpunt – en dan tellen we de private laadpunten thuis of op het werk nog niet mee.

Maar er komen toch elk jaar nieuwe elektrische wagens bij? Klopt, maar er komt elk jaar ook meer laadinfrastructuur bij. Meer en meer tankstations bieden laadpalen aan, steden en gemeenten zorgen voor parkeerplekken met een laadpunt, bedrijven installeren de infrastructuur, … Daarnaast wordt ook vanuit de regering de aanleg van laadinfrastructuur aangemoedigd of zelfs verplicht. Zo volgt Vlaanderen de Europese richtlijn om laadpalen aan nieuwbouw te verplichten: die regel ging in op 11 maart 2021.

Europa, zegt u? Inderdaad: in de hele Europese Unie worden tal van initiatieven genomen om de laadstress van de burgers tot een minimum te beperken …

5. “Als voetganger ben je niet veilig voor elektrische wagens”

Dankzij zijn elektrische motor is een elektrische wagen inderdaad veel stiller dan een klassieke wagen met verbrandingsmotor. Maar als voetganger hoef je daar geen schrik voor te hebben: bij snelheden van minder dan 20 km/uur maken elektrische wagens een artificieel geluid. Dat is sinds 1 juli 2019 verplicht door Europese wetgeving. De meeste automerken hanteren zelfs nog een striktere bovengrens van 30 km/uur. De Audi e-tron GT modellen kunnen zelfs uitgerust worden met een geprononceerde e-tron Sound, die de hoorbaarheid nog verbetert. Rijdt de elektrische wagen nog sneller? Dan horen voetgangers zeker het geluid dat de banden maken. Meer dan genoeg om hen alert te houden in het verkeer.

Dat elektrisch rijden zo stil is, is zelfs een voordeel: voor de bestuurder is het een pak aangenamer. Rust, ontspanning en dus minder stress aan het stuur: wat wilt u nog meer?

6. “Elektrisch rijden is helemaal niet beter voor het milieu”

De productie van elektrische wagens is energie-intensief: dat komt omdat ze ingewikkelder zijn om te bouwen. De elektriciteit die ze gebruiken is ook niet altijd ‘groene’ elektriciteit. En voor hun accu gebruiken ze bepaalde kostbare en moeilijk te winnen grondstoffen, zoals kobalt en lithium.

Om die redenen verkeren velen in de veronderstelling dat de voordelen van elektrisch rijden niet opwegen tegen de nadelen: verplaatst dit het probleem niet gewoon? Nee dus.

Verschillende onderzoeken – onder meer een recent rapport van het Europees Milieuagentschap (EMA) en een studie van de VUB – tonen dat aan. Daar zijn een aantal redenen voor. De voornaamste: nul uitstoot van vervuilende stoffen zoals stikstofoxiden en CO2 tijdens het rijden. Daarnaast is een elektrische motor ook een stuk efficiënter, waardoor er minder energie verloren gaat in vergelijking met een verbrandingsmotor.

Een tweede reden is dat zelfs wanneer een elektrische wagen niet op groene stroom rijdt, de elektriciteit nog altijd komt van een centrale die meer controle heeft over de uitstoot dan een conventionele wagen. Het is makkelijker om één centrale milieuvriendelijker te maken dan miljoenen wagens. Daar komt nog bij dat een steeds groter aandeel van onze elektriciteit uit duurzame bronnen afkomstig is. En dat neemt alleen nog toe.

Een laatste reden is dat heel wat onderdelen van de wagen recycleerbaar zijn wanneer de wagen einde levenscyclus is. Zo wil de Volkswagen Group, waartoe Audi behoort, intensiever gaan samenwerken met leveranciers om tot 95 procent van de grondstoffen te recycleren tegen 2030.

Batterijen kunnen bijvoorbeeld een tweede leven krijgen als ‘energieopslag’ voor groene energie, of dienst doen als batterij voor andere toestellen zoals grasmaaiers.

Ook Audi draagt zijn steentje bij met talrijke initiatieven om de productie van zijn wagens zo duurzaam mogelijk te maken. Zo is de fabriek in Brussel, waar de Audi e-tron en Audi e-tron Sportback-modellen van de band rollen, volledig CO2-neutraal.

7. “Elektrische wagens zijn niet sportief”

Integendeel. Elektrische wagens zijn net heel dynamisch. Doordat het accupakket in de vloer van de wagen zit verwerkt, heeft die een lager zwaartepunt – en dus een goede stabiliteit bij sportief rijgedrag. Bovendien maakt de elektromotor veel goed. Die trekt namelijk een pak sneller op dan een klassieke verbrandingsmotor, zelfs vanuit stilstand.

Hoe dat komt? Dankzij het direct maximaal beschikbaar koppel (Nm) van deze motoren halen elektrische wagens een veel hogere acceleratie dan wagens met een verbrandingsmotor.

Nog een voordeel van elektrische wagens? Een ruimer interieur, met meer beenruimte. Dat is dan weer te danken aan het ontbreken van een verbrandingsmotor, versnellingsbak of middentunnel, wat heel wat plaats bespaart.

Ook Audi heeft verschillende sportieve elektrische modellen in zijn gamma. Denk maar aan de Audi e-tron S, Audi e-tron S Sportback, de Audi e-tron GT en Audi RS e-tron GT.

8. “De batterij vat snel vuur bij een ongeval”

Ook dit klopt niet. Bij een ongeval wordt de batterij immers automatisch uitgeschakeld. Bovendien tonen tests aan dat een elektrische wagen niet gevaarlijker is dan een wagen met een verbrandingsmotor. Nog een mythe dus die in rook opgaat.

9. “Elektrisch rijden is duur”

Dat de aankoopprijs van een elektrische wagen vaak hoger ligt dan die van een wagen met verbrandingsmotor, dat zal u ons nooit horen ontkennen. Voor de elektrische versie van een model moet u extra budget rekenen. Daar krijgt u natuurlijk het elektrische rijplezier voor in de plaats.

Bovendien wordt elektrisch rijden steeds goedkoper naarmate er meer modellen beschikbaar zijn in alle segmenten van de automarkt. Er is dus hoe langer, hoe meer een elektrische wagen voor ieders budget.

10. “Er is te weinig keuze”

Laat het vorige punt nu naadloos aansluiten bij de tiende en laatste mythe: er zijn momenteel te weinig modellen op de markt. Enkele jaren geleden was dit inderdaad zo.

Vandaag echter rollen de automerken een heel offensief elektrische modellen uit in alle populaire segmenten.

Ook Audi breidt het gamma 100% elektrische modellen snel uit. De lancering van de nieuwe Audi Q4 e-tron en Q4 Sportback e-tron en de Audi e-tron GT zijn hiervan het ultieme bewijs. Zij volgen in het spoor van de allereerste 100% elektrische Audi e-tron en Audi e-tron Sportback. De elektrificatie bij Audi zet zich dus snel voort. Zo wordt momenteel op de Shanghai Motor Show de Audi A6 e-tron concept voorgesteld, een volledig elektrische Sportback concept car.