Audi x National Geographic: Drie haltes op weg naar een duurzame toekomst voor België
Audi België Sustainability
Audi x National Geographic: Drie haltes op weg naar een duurzame toekomst voor België

Audi x National Geographic: Drie haltes op weg naar een duurzame toekomst voor België

Hoe tekent de elektrische evolutie zich af in België? Nucleair ingenieur Leslie Dewan ging in opdracht van National Geographic magazine op zoek naar plekken, bedrijven en gebouwen op het scherpst van de snede op het vlak van technologische innovatie en vooruitstrevendheid. Met een glansrol voor de Brusselse Audi fabriek, de eerste volledig CO2-neutrale fabriek voor elektrische voertuigen.

Leestijd: 6 min

Audi x National Geographic

Eerste halte: het Antwerpse Havengebouw

De eerste plek waar nucleair ingenieur Leslie Dewan halt houdt, is op zijn minst symbolisch te noemen. Het Antwerpse havengebouw is het allerlaatste ontwerp van de hand van de gerenommeerde architecte Zaha Hadid. Een knap staaltje van moderne architectuur, waaruit duidelijk blijkt hoe België toekomstgericht design en technologie omarmt. Het land neemt snelle, maar weloverwogen stappen richting elektrische evolutie en is een broeihaard voor innovaties.
Van gebouwen tot auto's: in heel België worden nieuwe technologieën voor schone elektriciteit en alternatieve stroombronnen ontwikkeld. Die bieden een antwoord op enkele van de grootste uitdagingen van vandaag en dragen zo bij aan een betere wereld

Tweede halte: Audi Brussels

De volgende stop op Leslie’s rondreis door België is de Audi fabriek in Brussel, waar de Audi e-tron van de band rolt. De nieuwe e-tron is het eerste volledig elektrische voertuig dat er door Audi wordt geproduceerd. Het merk heeft overigens ambitieuze plannen: tegen 2025 moet één op de drie verkochte Audi wagens elektrisch zijn.

De verwachting is dat elektrische wagens zoals de Audi e-tron de komende tien jaar meer en meer ingeburgerd raken. En de productie van wagens draait stilaan om meer dan het voertuig zelf: de hele infrastructuur van onze steden en onze manier van reizen ligt onder de loep.

Het kadert allemaal in het streven naar een manier op de huidige context positief te beïnvloeden en naar een andere toekomst toe te werken: een die slim, schoon en elektrisch is. Maar ook hoe we onze energiedoelen halen, speelt een even grote rol als het eindresultaat.

Duurzaam en CO2-neutraal

De productie van elektrische wagens is een pak intensiever dan die van hun tegenhangers op fossiele brandstoffen. Want om batterijen te verwerken en complexe lichtgewicht materialen te ontwikkelen, zoals koolstofvezel, is heel wat energie nodig.

Audi zet enorme stappen om dat te compenseren – en meer dan dat: de Brusselse fabriek is de eerste volledig CO2-neutrale fabriek voor elektrische voertuigen.

Productieve productielijn

In tegenstelling tot andere elektrische fabrieken, worden de batterijen in de e-tron fabriek in Brussel ontworpen én geassembleerd onder hetzelfde dak als de wagen zelf. Audi is de enige autofabrikant die deze methode toepast.

Audi is ervan overtuigd dat deze manier van werken de efficiëntie van de verschillende afdelingen binnen de fabriek verhoogt, betere kwaliteitscontroles oplevert en tegelijkertijd de transportkosten en CO2-uitstoot drastisch vermindert.

Efficiënt verwarmen

De fabriek neemt talrijke groene initiatieven om CO2-neutraal te zijn. Zo is er een cogeneratiecentrale die energie uit natuurlijke gassen gebruikt en zijn er zeer efficiënte warmtewisselaars. Die regelen de temperatuur van verschillende gebieden in de fabriek, waardoor het elektriciteitsverbruik aanzienlijk daalt.

Deze innovatieve manier om de enorme faciliteit te verwarmen vermindert de CO2-uitstoot jaarlijks met naar schatting 4000 ton.

De e-tron Scooter: de mobiliteit van morgen

De e-tron Scooter is in feite deel van een grote conceptuele oefening. Audi werkte samen met futuristen rond twee cruciale vragen over de toekomst van de mobiliteit: hoe zal de wereld van morgen eruitzien? En hoe zullen ons daarin verplaatsen?

Daaruit vloeide het ‘last mile’-initiatief – het idee dat je hele reis volledig groen en elektrisch zou kunnen én moeten zijn. De e-tron Scooter is een lichtgewicht transportmiddel voor die last mile: vanaf het punt waar u uw auto parkeert tot waar u echt moet zijn.

De zon als energiebron

Leslie wandelt over het dak van de Audi fabriek in Brussel, dat bedekt is met ongeveer 37.000 vierkante meter aan zonnepanelen. Zij zetten het hele jaar door uv-licht om in elektriciteit, en zorgen voor 3000 megawattuur aan elektriciteit per jaar, goed voor 95% van het vermogen van de faciliteit.

Dat bespaart het complex 700 ton aan CO2, zowat het jaarlijkse energieverbruik van ongeveer 85 huizen.

Derde halte: uitwaaien aan zee

De laatste halte op Leslie’s tournee door België zijn de offshore windmolenparken in de Noordzee. Het land beschikt momenteel over momenteel vijf actieve parken, goed voor in totaal 274 turbines en 1186 MW aan vermogen.
Met nog drie offshore-projecten die momenteel in aanbouw zijn, ligt België op koers om zijn doelstelling voor hernieuwbare energie in 2020 te halen. Toch zetten steeds meer mensen vraagtekens bij deze vorm van ‘groene’ energieproductie en het toenemende aantal windmolenparken zoals deze. Want wat is de milieu-impact ervan?

Boven en onder de oppervlakte

De energie die door elke turbine wordt opgevangen, vloeit in de vorm van wisselstroom naar een transformator, waar ze wordt omgezet in hoogspanningsstroom. Een distributienetwerk van kabels op de zeebodem transporteert die elektriciteit vervolgens naar het vasteland. Daar wordt ze gebruikt in huizen en bedrijven in heel België.
Deze vorm van groene energie is een enorme, zichtbare stap om onze planeet te redden. Maar onder de oppervlakte is er meer aan de hand. Want deze aardverschuiving in de manier waarop we elektriciteit produceren, kan grote problemen veroorzaken voor ons onderwaterleven ...

Elk van de molens is ongeveer 95 meter lang, met een rotordiameter van 126 meter. Ze worden doorgaans gebouwd in wateren van 12 tot 40 meter diep.

Oordopjes voor de vissen

Bij het bouwen van deze offshore windparken komen geluids- en drukgolven vrij. En die kunnen een bedreiging vormen voor het waterleven.
Geluid verplaatst zich anders onder water en kan dieren vanop grote afstand beïnvloeden. Vissen zijn afhankelijk van hun gehoor, zowel om voedsel te lokaliseren als om te voorkomen dat ze worden opgegeten. Zoogdieren, zoals dolfijnen en walvissen, rekenen dan weer op trillingen en onderwatergeluiden voor levensnoodzakelijke communicatie. Om storingen te verhinderen, gebruiken windenergiebedrijven zogenaamde luchtbellenschermen. Dat gaat zo: uit een cirkelvormige buis die de onderwaterlocatie omringt, wordt voorzichtig lucht vrijgegeven. Dat creëert een gordijn van bellen – zowat het onderwaterequivalent van ‘oordoppen’ voor de vissen, zoogdieren en andere delicate zeedieren die voor de Belgische kust leven.

In onderstaande video verkent Dr. Leslie Dewan het land en zoekt ze het antwoord op de vraag "Hoe maken we milieuvriendelijke technologie zonder het milieu daarbij te beschadigen?" Ga mee op ontdekking.