Wat als je van kinds af aan omringd bent door twee generaties die houden van het merk Audi? Het zou een interessant experiment zijn, maar bij Karel Alleene was het realiteit. Zowel zijn ouders als grootouders reden met wagens van het merk met de vier ringen. En hijzelf? Wat dacht u ...
Dat Karel vandaag zelf een overtuigde Audi rijder is met een grote kennis van het merk, is bijna een understatement. Na het lezen van ons artikel over Willy Vandenplassche, stuurde hij ons een hij ons een ontroerende e-mail. Daarin beschreef hij hoe voor hem verschillende Audi modellen uit de voorbije halve eeuw verbonden zijn met mooie familiemomenten.
De aantrekkingskracht van het merk Audi begon bij Karels ouders. “Mijn moeder had als tiener een foto van de eerste Audi 100 C1, die gelanceerd werd in 1968. Ze had iets met Audi. Het waarom is nooit echt uitgesproken, maar mijn moeder hield van tijdloos design. Mijn vader vond de naam Audi heel mooi door de Latijnse roots: “audire”. Ik denk dat hij ook de heldere brochures uit de jaren 80 en 90 erg apprecieerde, met dat rode logo onderaan. Daarvan heb ik er nog een paar bewaard.”
Karels eigen voorliefde voor Audi komt voort uit de combinatie van techniek en design. “Audi heeft een lange traditie van voorwielaangedreven modellen. Die zijn ideaal voor in het dagelijkse verkeer: voorspelbaar en betrouwbaar. En dan is er het design, geïnspireerd door Dieter Rams' filosofie voor Braun: as little design as possible. Met andere woorden, het gebruiksgemak moet primeren. Als ik terugdenk aan onze Audi 100 2.4 Diesel uit 1992, die had het mooiste dashboard dat ik ooit heb gezien, ontworpen door Peter Schreyer. Maar het valt niet onmiddellijk op. Het is zoals mijn moeder zei: ‘Een Audi rijpt heel mooi’. Tien of vijftien jaar na je aankoop blijft dat een mooie wagen door zijn tijdloze karakter.”
Een kanariegele Audi 50 LS was de eerste wagen van het merk met de vier ringen die Karel in vervoering bracht. “Blijkbaar zijn er redelijk wat traantjes gevloeid bij mij als kind toen hij weg moest. Ik denk vanwege de kleur, als kind ben je aangetrokken door felle kleuren. Ik zag dat model recent nog op Techno Classica in Essen. Met de ogen van nu is dat een zeer kleine wagen, en toch was hij vijf jaar onze gezinswagen. Mijn vader is 1 meter 92, mijn moeder was 1 meter 78, en dat lukte. Die Audi 50 LS hadden ze gekocht in 1976, geloof ik. Nadat hij was afgekeurd bij de technische controle, kochten mijn ouders in 1985 een antracietgrijze Audi 80 1.6 Diesel. Die heeft drie generaties bestuurders meegemaakt: eerst mijn ouders, daarna mijn grootouders, tot slot ikzelf. Hij kwam in 2011 aan zijn einde nadat iemand tegen de achterkant knalde, maar technisch was hij nog helemaal in orde. Hij werd dan ook zeer goed verzorgd.”
Als jonge bestuurder reed Karel zelf heel wat kilometers met de Audi 80 van zijn ouders. Een wagen die hem zelfs vandaag nog vervult van nostalgie. “Het was de wagen waarin ik mijn moeder de volumeknop naar rechts zag draaien wanneer France Gall 'Babacar' zong. Die ons naar de Ardennen bracht. De wagen waarmee mijn opa reed. De vorm van de Audi 80 en Audi 90 heeft een grote aantrekkingskracht op mij. Beide wagens zagen er identiek uit, maar er is een belangrijk verschil: een Audi 80 heeft 54 pk, een Audi 90 115. Niet zo spectaculair, maar hij weegt maar 990 kilogram. Dus dat is echt een snedige wagen, zelfs nu nog. De Audi 90 was vrij schaars in België, maar uiteindelijk vond ik een saharabeige exemplaar uit 1985 in Stuttgart. Ik ben er in 2014 nog mee naar Techno Classica in Essen gereden. Tegen 180 km/u op de Autobahn gaf hij geen krimp.”
Sinds enkele maanden is Karel de trotse eigenaar van een Mythoszwarte Audi A5 Sportback, ter vervanging van zijn Audi A4 Avant TDI uit 2008. We polsen even naar zijn ervaringen. “Ik koos voor een benzinemotor. Deze gedraagt zich eigenlijk als een dieselmotor, vooral naar verbruik. De wagen is ook nooit schokkerig of agressief. Ik koos bewust voor 18 inch-velgen omdat ik weet: als ik groter ga, zal ik inboeten op demping. Het is een wagen waarvan ik hoop dat hij vrij discreet is. Toen ik de eerste Audi A5 in de showroom zag staan in 2009, dacht ik al: dit wordt de volgende. Ik ben dus behoorlijk consequent gebleven.”
In datzelfde jaar 2009 kochten zijn ouders een Audi A6. “Mijn moeder stierf na een kort ziekbed in 2020. Ze verlangde niet veel, maar op autogebied wou ze steevast een Audi. Een alternatief was er niet. Haar nachtblauwe Audi A6 2.0 TDI staat nog steeds in de garage thuis. Maar hij staat nooit lang stil. Voor mijn vader en ik is die wagen iets tastbaars, waardoor mijn moeder aanwezig blijft. Niet in een gestolde herinnering, maar door haar Audi A6 naar nieuwe bestemmingen te rijden, waar nieuwe ervaringen en verhalen wachten.”