Canvus, zitten op een windturbine

In de VS worden jaarlijks naar schatting 5.000 tot 8.000 rotorbladen buiten gebruik gesteld, in Europa spreken we over zo’n 25.000 ton per jaar vanaf 2025. Volgens Brian Donahue, Managing Partner van Canvus, worden deze bladen om verschillende redenen afgedankt: ze kunnen beschadigd raken door bijvoorbeeld bliksem of hagel, of de turbine waaraan de bladen zijn bevestigd kan na 20 tot 30 jaar het einde van zijn levensduur bereiken. Windturbinebladen zijn echter moeilijk te recycleren door hun complexe samenstelling: een combinatie van versterkte vezels (meestal glas- of koolstofvezels), gedrenkt in epoxy, polyester of vinylester kunsthars. Dit maakt lichtere en langere bladen mogelijk, alleen zorgt het voor grote uitdagingen op het vlak van hergebruik. Hierdoor belanden ze vaak op stortplaatsen, wat in Europa verboden wordt vanaf 2025.

Gelukkig ontstaan er nu plannen om rotorbladen een nieuw leven te geven, bijvoorbeeld via de creatieve aanpak van Canvus. De oprichters van het bedrijf kwamen enkele jaren geleden al op het idee om ze te transformeren tot functionele, openbare kunstwerken. “Een van onze belangrijkste drijfveren was op grote schaal kunnen produceren, zodat we voor impact kunnen zorgen”, zegt Donahue. “Om dat te doen, hebben we gekozen voor een reeks producten die een antwoord bieden op de behoefte aan functionaliteit en kunst in openbare ruimtes.”

“Bedrijven kunnen hun rotorbladen laten ombouwen tot meubilair dat de openbare ruimte versterkt en voor positieve PR en media-aandacht zorgt”, vertelt Brian. Hij omschrijft de Canvus-producten als groot, krachtig en mooi. “Windturbinebladen zijn uitzonderlijk groot en zwaar. Daarom schommelen Canvus-producten tussen de 100 en 1.000 kg. Onze objecten zijn niet ontworpen voor iemands achtertuin. Ze horen thuis in openbare ruimtes van gemeenschappen, scholen en parken. Ze versterken die ruimtes, en inspireren de mensen die erop zitten en ermee omgaan.”