De Belgische architect die wint op de Olympische Spelen
Audi België Design
De Belgische architect die wint op de Olympische Spelen

Parijs 2024: uw gids voor de Spelen

Voor zowel atleten als toeschouwers zijn accommodatie en transport twee sleutelfactoren tijdens de Olympische en Paralympische Spelen die deze zomer in Parijs plaatsvinden. Audi nodigt u uit om kennis te maken met de Belgische architect die het Olympische dorp mee heeft ontworpen en gidst u door het doolhof van parkeermogelijkheden.

Leestijd: 5 min

Parijs 2024: uw gids voor de Spelen
Een stad binnen de stad

Duizenden atleten van over de hele wereld komen naar Parijs om te presteren. Sommigen zullen de nadruk leggen op de beroemde uitspraak van Pierre de Coubertin: “Deelnemen is belangrijker dan winnen.” Anderen, zoals de Red Panthers en Red Lions – waarvan Audi trotse partner is – omarmen het Olympische motto ‘Citius, Altius, Fortius – Communiter’ (Sneller, Hoger, Sterker – Samen) en streven naar goud en medailles. Maar ongeacht hun afkomst, discipline of niveau, zullen ze allemaal één gemeenschappelijke plek delen: het Olympisch Dorp. Gelegen ten noorden van de hoofdstad, tussen de gemeenten Saint-Denis, Saint-Ouen en Ile-Saint-Denis, zal het Olympisch Dorp onderdak bieden aan bijna 24.000 mensen, waaronder atleten en personeel. Vanaf 2025 wordt deze locatie van 52 hectare omgevormd tot een nieuwe wijk met 2800 woningen, een universiteitsresidentie, een hotel, twee scholen, groene ruimtes, winkels, en meer.

Visionair ontwerp

Annemie Depuydt, een Belgische architect, leidde het team van architecten dat verantwoordelijk was voor het Olympisch Dorp. Haar doel? Geen ‘spookwijk’ achterlaten na het evenement. Annemie Depuydt studeerde af aan het Sint-Lucasinstituut in Gent en werkte eerder samen met gerenommeerde architecten zoals Dominique Perrault en Rem Koolhaas. In 1999 richtte ze haar eigen bureau voor stedenbouw en architectuur op in Parijs: UAPS.

Met haar globale aanpak en grondige inzicht in de verkeers- en ontwikkelingsstromen van de stad, won ze de competitie voor de bouw van het Olympisch Dorp in 2019. Het project duurde vijf jaar en legde de nadruk op modulariteit – om de locatie een tweede leven te geven na de Spelen – en toegankelijkheid voor para-atleten. “Elke kamer in het Olympisch Dorp heeft twee bedden van 2,20 meter lang, waarrond de rolstoelgebruikers zich normaal gezien vlot moeten kunnen verplaatsen”, verduidelijkt Annemie. “Ook de badkamers zijn ontworpen met bewegingsvrijheid en recyclage in gedachten. Alle binnenwanden kunnen worden gedemonteerd en hergebruikt.” Dankzij haar visionaire ontwerp is het Olympisch Dorp niet alleen functioneel tijdens de Spelen, maar ook duurzaam op de lange termijn.

Focus op duurzaamheid

De ecologische impact van het project, over de gehele levensduur van de gebouwen, is een ander essentieel punt. Bij het ontwerp van de site werd dan ook rekening gehouden met de noodzaak om alle gebouwen binnen een zeer kort tijdsbestek na de Olympische Spelen te renoveren. De nieuwe wijk die in 2025 het daglicht zal zien, zal een toonbeeld zijn van energiezuinigheid en respect voor de biodiversiteit. Annemie Depuydt legt uit: “Dit is een zeer innovatief project, waardoor we de CO2-voetafdruk met 50% hebben kunnen verminderen, onder meer dankzij het gebruik van hout voor zowel de structuren als de gevels. Het project is gebaseerd op een grote sokkel, met 12 woongebouwen erboven en een parkeergarage eronder. De specifieke topografie van de locatie, met een helling van 9 tot 12 meter, stelde ons voor een grote uitdaging. Toch kozen we voor houtarchitectuur en gebruikten we alleen beton als dat echt nodig was voor de stabiliteit van de gebouwen. En als we dat deden, gebruikten we beton met een laag CO2-gehalte.

Het erop wagen met de wagen?

Met de auto naar de Olympische Spelen? Dat is niet evident, maar wel mogelijk. Want hoewel Parijs prioriteit geeft aan het openbaar vervoer om verkeersopstoppingen te voorkomen, zijn er ook tijdelijke parkeerterreinen in de stad. Die bevinden zich volgens het Park&Ride-principe aan de rand van de stad, waardoor u de beruchte files kunt vermijden en snel bij de wedstrijdlocaties kunt komen via het efficiënte metro- en RER-netwerk. Als u in een hotel met privéparkeerplaats verblijft, telt u zelfs als ‘inwoner’ en krijgt u toegang tot de zones met beperkt verkeer. Vergeet niet om dit aan te vragen bij het reserveren ...